Aangifte overlijden
U geeft een overlijden aan in de gemeente waar het overlijden plaatsvond. Dit moet gebeuren binnen 6 werkdagen na het overlijden. U betaalt kosten voor een kopie van de overlijdensakte.
Meestal geeft de begrafenisondernemer een overlijden aan, maar u mag dit ook zelf doen. U krijgt dan toestemming voor begraven, cremeren of ter beschikking stellen aan de wetenschap.
Meenemen
- Geldig identiteitsbewijs.
- Verklaring van overlijden.
- Of een A-verklaring van overlijden (verklaring van overlijden).
En een B-verklaring van overlijden (verklaring doodsoorzaak).
Zowel de A- als de B-verklaring wordt door een arts afgegeven. Na aangifte ontvangt u een akte van overlijden en een verlof tot begraven of cremeren.
Overlijden in het buitenland
Als iemand in het buitenland is overleden, moeten de nabestaanden dit zo snel mogelijk melden in de woongemeente van de overledene. U moet dan een officieel afschrift van de overlijdensakte meenemen. Deze akte krijgt u van de lokale autoriteiten in het land van overlijden.
Informatie wat u moet regelen als een naaste in het buitenland overlijdt(Verwijst naar een externe website) vindt u op de website van de Rijksoverheid.
Voorwaarden uitstel begrafenis of crematie
U mag de overledene niet begraven of cremeren eerder dan 36 uur of later dan 6 werkdagen na overlijden. Als u de overledene eerder wilt begraven of cremeren, hebt u toestemming van de officier van justitie en van de burgemeester nodig. Dit kan de uitvaartondernemer voor u regelen.
Zie ook
Meer informatie over zaken rondom overlijden(Verwijst naar een externe website) op de website van de Rijksoverheid.